2
Fran had al heel wat glazen wijn op. Ze was nerveuzer dan ze had verwacht. Toen ze nog voor een Londens tijdschrift werkte, had ze tientallen van dit soort evenementen meegemaakt: premières, openingen, tentoonstellingen. Ze had zich gemengd onder de gasten, gekletst, namen en gezichten onthouden en haar verveling voor iedereen verborgen gehouden. Maar dit was heel anders. Een deel van het tentoongestelde werk was van haar hand. Ze voelde zich onervaren en bekeken. Als mensen haar werk niets vonden, voelde dat alsof ze háár niets vonden. Het publiek stond nog wat te kletsen en had geen oog voor de kunstwerken die achter hun rug aan de muur hingen. Het liefst zou ze iedereen toeroepen: ‘Kijk goed naar deze schilderijen. Neem ze serieus. Het maakt me niet uit of jullie er niets aan vinden, maar neem ze wel serieus!’
Er waren veel minder mensen dan ze had verwacht. Bella’s exposities werden altijd druk bezocht, maar lang niet iedereen die Fran had uitgenodigd – mensen die ze tot haar vrienden rekende – was komen opdagen. Misschien hadden ze alleen maar beleefd gereageerd toen ze over de expositie vertelde. Ze kenden haar werk en vonden het niet mooi. In elk geval niet zo mooi dat ze op een prachtige avond naar de opening wilden komen. Waarschijnlijk hadden ze wel wat beters te doen. Barbecueën bijvoorbeeld, of met de boot het water op. Toch vatte Fran de teleurstellende opkomst persoonlijk op.
Ze merkte dat Perez achter haar kwam staan en draaide zich om. Zoals altijd wanneer hij ineens voor haar neus stond, was haar eerste gedachte dat ze een schets van hem wilde maken. Wat zou ze graag een stuk houtskool pakken om dat te doen. Ze zou hem in soepele lijnen neerzetten, zonder scherpe hoeken. Heel donker. Perez was een echte Shetlander. Het geslacht Perez woonde al vanaf de zestiende eeuw op de eilanden, maar Perez had geen Noormannenbloed. Toen een schip van de Armada voor de kust verging, was een van zijn voorvaderen aan land gespoeld. Dat was althans het verhaal dat hij altijd vertelde. Ze vroeg zich af of hij dat deed om te verklaren waarom hij er net iets anders uitzag dan de anderen en waarom hij zo’n bijzondere achternaam had. Er waren wel meer eilandbewoners met zulk donker haar en zo’n olijfbruine huid – zwarte Shetlanders werden ze door de plaatselijke bevolking genoemd – maar dan nog viel hij op door zijn exotische uiterlijk.
‘Zo te zien loopt het allemaal op rolletjes,’ zei hij voorzichtig. Hij leek vanavond niet helemaal zichzelf te zijn. Zenuwen misschien. Hij wist hoeveel dit voor haar betekende. Haar eerste expositie. Bovendien kenden ze elkaar nog niet zo lang en moesten ze elkaar emotioneel nog een beetje aftasten. Ze hield hem wat op afstand, stelde zich onafhankelijk op. Als het echt wat met Perez werd, zou ze niet alleen met hém te maken krijgen, maar ook met zijn familie op Fair Isle. En hij zou dan opgescheept zitten met een alleenstaande moeder met een kind van vijf. Te veel om over na te denken, dacht ze. Alleen hield het haar nu dus wel bezig. Tijdens de lange zomernachten, waarin het maar niet donker wilde worden, dacht ze vaak aan hem. Het ene na het andere beeld flitste door haar hoofd, als een ouderwetse diavoorstelling. Soms stond ze op en ging ze buiten zitten kijken naar de zon, die altijd voor een deel boven het grijze water bleef hangen. Dan bedacht ze hoe ze hem zou willen tekenen. Zijn lange lijf, half van haar afgekeerd. De botten onder zijn huid. De ruggengraat en de ronding van zijn billen. Het speelde zich enkel in haar fantasie af. Hij had haar weleens een zoen op haar wang gegeven, maar verder was er nog geen lichamelijk contact geweest. Misschien was er een andere vrouw in zijn leven, iemand over wie hij fantaseerde wanneer ook hij de slaap niet kon vatten doordat het alsmaar niet donker werd. Wie weet wilde hij dat zíj de eerste stap zou zetten.
Vrij snel nadat ze elkaar hadden leren kennen, was ze een maand naar het zuiden gegaan. Ze had zichzelf wijsgemaakt dat ze dat voor haar dochter deed. Cassie had iets meegemaakt waar zelfs een volwassene een trauma aan overgehouden zou hebben, en Fran meende dat het haar dochter goed zou doen om een tijdje van Shetland weg te zijn. Toen ze weer terug was, had Perez contact met haar opgenomen. Hij had gevraagd hoe het met haar en haar dochtertje ging. Beroepsmatige interesse, had Fran gedacht, al hoopte ze dat er meer achter zat. Er was een fijne vriendschap ontstaan. Ze had het allemaal maar laten gebeuren, want ze was nog steeds een outsider op het eiland en wist niet goed wat er van haar werd verwacht. Toen haar huwelijk op de klippen liep, had haar zelfvertrouwen een lelijke knauw opgelopen. Ze dacht niet dat ze een tweede afwijzing aankon.
‘Hoe kom je daarbij?’ zei ze. ‘Er is bijna niemand.’ Ze wist dat dit erg ondankbaar klonk, maar daar kon ze niets aan doen. ‘Je zou toch verwachten dat er meer mensen op af zouden komen, al was het alleen maar vanwege de gratis drank en Roddy Sinclair.’
‘Maar de mensen die er zijn, zijn oprecht geïnteresseerd,’ zei hij. ‘Kijk maar.’
Ze draaide zich om en keek naar de aanwezigen. Perez had gelijk. Iedereen schuifelde langs de schilderijen. Zo nu en dan bleef er iemand staan om een schilderij beter te bekijken. Er hingen evenveel werken van haar als van Bella. De expositie was gepresenteerd als een overzichtstentoonstelling van Bella Sinclair. Er hingen dertig doeken van haar, schilderijen en tekeningen die afkomstig waren uit diverse collecties, verspreid over het hele land. Bella’s voorstel om er een duo-expositie van te maken, had Fran volkomen verrast.
‘Je mag wel trots zijn,’ zei Perez.
Ze wist niet goed hoe ze daarop moest reageren. Ze hoopte dat hij een compliment over haar werk zou maken. Op een avond als deze, nu ze zich zo onzeker en gespannen voelde, kon ze wel wat vleiende woorden gebruiken.
Hij had echter meer aandacht voor de andere aanwezigen. ‘Daar staat iemand die zeer geïnteresseerd lijkt.’
Ze volgde zijn blik en zag een man van middelbare leeftijd, goed verzorgd en informeel gekleed. Een slank, bijna meisjesachtig postuur. Een zwart linnen jasje met daaronder een zwart T-shirt en een ruimzittende, zwarte broek. Hij stond voor een oud zelfportret van Bella. Het was Bella op haar uitbundigst. Ze had zichzelf geschilderd in een rood gewaad, met paarsgestifte lippen, haar wilde haar losjes langs haar gezicht, een verontrustend en tegelijkertijd erotisch geheel. Het was een olieverfschilderij. De verf lag er in dikke klodders op en was in wilde lijnen aangebracht.
De man liep verder. Hij ging naast Roddy Sinclair staan, voor een doek van Fran, een schilderij van Cassie op het strand bij Ravenswick. Hij tuurde er geconcentreerd naar, waar Fran zenuwachtig van werd, hoewel Cassie niet zo gedetailleerd stond afgebeeld dat hij haar op straat zou herkennen. Hij keek eerder geschokt dan geïnteresseerd, alsof hij zojuist iets afschuwelijks had aanschouwd, alsof hij een spook had gezien.
‘Hij is niet van hier,’ zei Perez. Fran was het met hem eens. Aan zijn hele manier van doen was te zien dat hij van het vasteland kwam, door zijn kleren en de manier waarop hij naar het schilderij stond te kijken.
‘Wie zou dat zijn?’ Over haar glas heen probeerde Fran zo onopvallend mogelijk in zijn richting te kijken. De man stond nog steeds voor het schilderij, schijnbaar in gedachten verzonken, zodat ze dacht dat hij niet doorhad dat ze hem in de gaten hield.
‘Een of andere rijke kunstverzamelaar,’ zei Perez. Hij keek haar glimlachend aan. ‘Hij koopt de hele handel op, en dan word jij beroemd.’
Ze grinnikte onwillekeurig. Een korte ontlading van de spanning. ‘Of misschien is het een kunstcriticus die voor een van de zondagsbladen schrijft. Straks sta ik in een artikel over aanstormend talent.’
‘Even serieus,’ zei hij. ‘Waarom niet?’
Ze draaide zich naar hem om en had aangenomen dat hij het als grap bedoeld had, maar hij stond haar fronsend aan te kijken.
‘Ik meen het,’ zei hij, alweer met een glimlach. ‘Je bent heel goed.’
Ze wist niet wat ze daarop moest zeggen en zocht naar een gevatte en relativerende opmerking, toen ze zag dat de man zich omdraaide. Hij liet zich op zijn knieën vallen, ongeveer zoals Roddy tijdens zijn act had gedaan. Daarna sloeg hij zijn handen voor zijn gezicht en barstte hij in huilen uit.